Ons brein kent een soort werkgeheugen. Wanneer je op de snelweg rijdt, zie je de auto’s om je heen terwijl je de verkeerssituatie interpreteert, maar je bent de auto’s zo weer vergeten zodra ze door zijn gereden. Op een feestje ben je met iemand aan het praten over een specifiek onderwerp, maar ondertussen onthoud je de namen van andere aanwezigen.

De meeste psychologen verklaren het werkgeheugen aan de hand van een model dat uitgaat van een soort ‘gecontroleerde aandacht’. Ons brein kent een algemeen systeem dat de aandacht richt op impulsen en taken die belangrijk zijn terwijl het de rest onderdrukt. Volgens deze theorie is de capaciteit van het werkgeheugen beperkt door het feit dat we maar één taak tegelijk kunnen uitvoeren.

Vanuit de neurologie wordt er een ander model geopperd. Volgens neurologen heeft ons brein verschillende capaciteiten die elk een eigen functie hebben en die allemaal tegelijk werken wanneer we ergens mee bezig zijn. Het werkgeheugen is volgens dit model de som van alle capaciteiten. Zo kan het brein met één functie een taak uitvoeren terwijl de andere functies op een laag pitje staan of kan bij een ander soort taak juist meerdere functies tegelijk aangeroepen worden.

Dit model wordt ondersteund door scans die hersenactiviteit meten terwijl de hersenen bezig zijn met taken. De scans laten zien hoe verschillende hersendelen in meer of mindere mate betrokken worden bij het uitvoeren van taken en dat hoe complexer de taken zijn, hoe meer hersendelen betrokken worden.

Deze visie kan onder andere interessant zijn op het gebied van onderwijs. Wanneer je uitgaat van een enkel algemeen systeem, heb je weinig mogelijkheden om iemand met leerproblemen te helpen. Wanneer je echter uitgaat van meerdere capaciteiten, heb je meer opties, omdat je aan de slag kunt met de capaciteiten die wel goed werken.

Ook in geval van achteruitgang van het brein door ouderdom of na hersenbeschadiging kan een andere kijk op het functioneren van het werkgeheugen meer mogelijkheden bieden. Volgens de ene theorie zorgt een verslechtering van het brein voor een verslechtering van het algemene systeem, waardoor alleen algemene steun voor verlichting van de situatie kan zorgen. Echter, volgens de andere theorie kan je ervan uit gaan dat er slechts een beperkt aantal capaciteiten achteruit gaan, terwijl de rest nog gewoon goed functioneert. Door te richten op de goed werkende functies zijn er meer mogelijkheden tot verbetering van de situatie van de persoon.

Bron: Psychological Science

[Commentaar van Joost: Het is een gouden eeuw voor wetenschappelijk onderzoek naar het brein. We leren steeds meer, maar weten nog weinig. Tegelijkertijd heeft Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) een heel eigen kijk op de werking van het brein. Deze visie is niet wetenschappelijk, maar wel effectief in de praktijk. Steeds meer worden onderdelen bevestigt door neurowetenschappers zoals bijvoorbeeld tijdslijnen, de plasticiteit van het brein en de werking van hypnose. Om meer inzicht te geven in de originele ideeën van NLP over het brein heb ik het relevante deel uit mijn standaardwerk over NLP “Breintraining: handboek voor moderne NLP” in het onderstaande gratis rapport gevat dat je op kan vragen wanneer je dat wilt.]



Categories: Breinnieuws

No comments

The author does not allow comments to this entry