Voor sommige mensen, de ware optimisten onder ons, is het glas altijd half vol. In principe pakt dit goed uit voor de gezondheid, daar stress- en angstniveaus laag zullen zijn. Echter, onderzoek naar de werking van het brein suggereert dat deze mensen realiteit tegen beter weten in verdraaien. Dit kan als gevolg hebben dat ze risico’s te licht inschatten.

Tijdens een onderzoek werden 19 vrijwilligers 80 negatieve levensgebeurtenissen voorgelegd die in hun leven in de toekomst plaats kunnen vinden. Hen werd gevraagd in te schatten hoe groot de kans zou zijn dat zo’n gebeurtenis hen zou overkomen. Kort na hun antwoord werd hen de gemiddelde kans verteld waarop zo’n gebeurtenis volgens de algemene statistieken voorkomt. Deze hele fase van het onderzoek werd uitgevoerd terwijl de vrijwilligers in een fMRI-scanner lagen, zodat de hersenactiviteit gevolgd kon worden. Later, na het scannen, werden de deelnemers nogmaals gevraagd om de kans in te schatten dat een gebeurtenis hen zou overkomen. Tevens werd hen gevraagd een enquête in te vullen waarvan de uitkomst het niveau van optimisme weergeeft.

Het bleek dat de deelnemers hun schattingen aanpasten wanneer ze de gemiddelden hoorden. Echter dit aanpassen gebeurde veel nauwkeuriger wanneer de gemiddelden gunstiger waren dan hun eigen inschatting. Wanneer de gemiddelden minder gunstig waren, werd de eigen schatting nauwelijks aangepast.

Bijvoorbeeld, iemand schat in dat de kans dat hij in de toekomst kanker krijgt 40% is en het blijkt 30% te zijn, dan past hij zijn eigen schatting aan aan het gemiddelde. Tijdens de tweede vragenronde geeft hij dan bijvoorbeeld als nieuwe schatting 32%. Daarentegen, als hij zijn kans in eerste instantie op 10% inschat (een veel kleinere kans dus dan de werkelijkheid), dan lijkt hij nauwelijks iets te doen met de nieuwe informatie en zal zijn antwoord bij de tweede vragenronde veel meer in de buurt van de 10% blijven dan dat hij zijn kans bijstelt tot rond de 30%.

De fMRI-scans lieten zien dat de frontale kwabben bij iedereen actief werden wanneer de gemiddelde kansen werden meegedeeld – deze activiteit van de kwabben betekent dat het brein de nieuwe informatie aan het verwerken is. Het bleek dat wanneer de informatie erger was dan de eigen inschatting, hoe optimistischer de persoon (volgens de enquête) hoe minder efficiënt de activiteit van de frontale kwabben. Dit duidt erop dat het brein de (negatieve) informatie negeert of in ieder geval incorrect verwerkt.

De studie suggereert dat we selectief naar onze informatie luisteren en dat hoe positiever we zijn ingesteld, hoe minder beïnvloed we worden door negatieve informatie over de toekomst. Ofschoon dit voordelig kan zijn voor onze dagelijkse gezondheid, zit hier toch een duidelijk nadeel aan vast op de langere termijn.

Bron: Eurekalert

[Commentaar van Joost: Het is een gouden eeuw voor wetenschappelijk onderzoek naar het brein. We leren steeds meer, maar weten nog weinig. Tegelijkertijd heeft Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) een heel eigen kijk op de werking van het brein. Deze visie is niet wetenschappelijk, maar wel effectief in de praktijk. Steeds meer worden onderdelen bevestigt door neurowetenschappers zoals bijvoorbeeld tijdslijnen, de plasticiteit van het brein en de werking van hypnose. Om meer inzicht te geven in de originele ideeën van NLP over het brein heb ik het relevante deel uit mijn standaardwerk over NLP “Breintraining: handboek voor moderne NLP” in het onderstaande gratis rapport gevat dat je op kan vragen wanneer je dat wilt.]


Categories: Breinnieuws

No comments

The author does not allow comments to this entry