Een aantal wetenschappers die zich bezig houden met sociale cognitieve netwerken hebben onderzocht wanneer en hoe snel in een populatie een overtuiging van een minderheid overgenomen gaat worden door de meerderheid.

De onderzoekers hebben hiervoor drie computermodellen ontwikkeld die het verspreiden van een idee binnen een sociale gemeenschap simuleren. De basis van de modellen is dat er een netwerk wordt nagebootst waarbij alle ‘personen’ op een bepaalde manier met elkaar in contact staan.

In één model stond elk ‘persoon’ met ieder ander ‘persoon’ in contact. In een ander model stonden slechts een paar ‘personen’ in contact met grote groepen, waardoor deze mensen de opinion leaders of trend setters vormden. In het derde model stond elk persoon met evenveel andere personen in contact. Het uitgangspunt in alle drie de modellen was dat alle personen een bepaalde mening hadden, maar dat ze allemaal open stonden voor andere meningen en in staat waren, wanneer ze in contact zouden komen met zo’n andere mening, om die eventueel over te nemen.

Door nu sommige ‘mensen’ in het netwerk een overtuiging te geven waar ze juist niet vanaf gingen wijken, konden de wetenschappers bestuderen hoe en hoe snel zo’n overtuiging zich verspreidde binnen de populatie.

Over het algemeen zullen mensen niet zomaar een impopulaire mening overnemen en zullen ze gaan zoeken naar de consensus binnen de groep. Ook dit gegeven wordt gesimuleerd in de modellen. Elke ‘persoon’ in de modellen kan ‘communiceren’ met zijn eigen contacten. Wanneer twee personen dezelfde overtuiging deelden, werd deze overtuiging gewoon bevestigd en veranderde er niets. Wanneer echter een persoon iemand ‘tegenkwam’ met een andere overtuiging, ging de persoon eerst met nog iemand anders ‘praten’. Pas wanneer deze andere nu ook de andere overtuiging had, werd de nieuwe overtuiging overgenomen.

Volgens alle drie de modellen bleek dat zolang binnen de populatie het aantal mensen met een andere overtuiging onder de 10 procent bleef, het verspreiden van dit nieuwe idee heel langzaam verliep. De 10 procent blijkt echter het omslagpunt te zijn. Vanaf de 10 procent begint het idee zich juist steeds sneller te verspreiden.

Het onderzoek geeft inzicht in hoe een mening zich verspreidt binnen een sociaal netwerk. De kennis kan gebruikt worden om het verspreiden van bepaalde meningen sneller te laten verlopen of juist door het te onderdrukken. Het geeft bijvoorbeeld inzicht in hoe de situaties in Egypte, Syrië en Libië zo snel hebben kunnen ontwikkelen (tientallen jaren onderdrukking en ineens slaat de vlam in de pan), maar ook bijvoorbeeld hoe je de bevolking zo snel mogelijk kan inlichten over en voorbereiden op gevaar (zoals in geval van de orkaan Irene).

De wetenschappers zijn nu op zoek naar onderzoekers in de sociologie en andere wetenschappen om de rekenmodellen te vergelijken met historische voorbeelden.

Bron: Eurekalert

[Commentaar van Joost: Het is een gouden eeuw voor wetenschappelijk onderzoek naar het brein. We leren steeds meer, maar weten nog weinig. Tegelijkertijd heeft Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) een heel eigen kijk op de werking van het brein. Deze visie is niet wetenschappelijk, maar wel effectief in de praktijk. Steeds meer worden onderdelen bevestigt door neurowetenschappers zoals bijvoorbeeld tijdslijnen, de plasticiteit van het brein en de werking van hypnose. Om meer inzicht te geven in de originele ideeën van NLP over het brein heb ik het relevante deel uit mijn standaardwerk over NLP “Breintraining: handboek voor moderne NLP” in het onderstaande gratis rapport gevat dat je op kan vragen wanneer je dat wilt.]

Categories: Breinnieuws
Defined tags for this entry:

No comments

The author does not allow comments to this entry