Psychiaters proberen de symptomen van pati�nten te bestrijden met medicijnen. Door hun medische opleiding zijn ze hiervoor bevoegd (in tegenstelling tot psychologen). Er kunnen echter grote vraagtekens gezet worden bij de wetenschap die de psychiatrie uitoefent en de werkwijze die het hanteert.

Er is bijvoorbeeld weinig bekend over de neurale werking van stoornissen. Met behulp van wetenschappelijk onderzoek kunnen we er achter komen welke hersendelen en vaak ook welke stoffen betrokken zijn (of in ieder geval een deel van de betrokken stoffen), maar veel verder dan een goed globaal beeld komen we niet. Daarvoor zijn de neurale relaties te complex. Hierdoor zijn we zelden in staat om goed te weten welke medicijnen het beste werken en wat de effecten van de medicijnen exact zijn.

Het probleem wat betreft de medicijnen zit hem niet zozeer in de vraag of ze wel of niet moeten worden toegepast, maar meer in de manier waarop en de mate waarin. Ondanks dat in veel gevallen de precieze werking van de medicijnen onduidelijk is, nemen vaak de symptomen daadwerkelijk af. Toch is het hierbij onduidelijk of dat komt door de werkende stoffen van de medicijnen of door andere omstandigheden (zoals bijvoorbeeld de invloed van het placebo effect).

Naast de onduidelijkheid met betrekking tot de werking van medicijnen op het brein, zijn de bijwerkingen ook een goede reden om heel voorzichtig om te gaan met medicatie. De pati�nt krijgt een medicijn voorgeschreven om de symptomen te bestrijden, maar daar bovenop krijgt hij een serie medicijnen om de bijwerkingen van het eerste medicijn tegen te gaan.

Om een diagnose te kunnen stellen houden psychiaters zich vast aan de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), waarvan inmiddels de vijfde editie in de maak is. Het boek wordt wel gezien als de bijbel van de psychiatrie. Het is een verzameling van beschrijvingen van symptomen en de daarbij horende stoornissen. De tweede editie van de DSM bevatte 182 diagnoses. De derde editie 265. De vierde editie 365. De komende editie zal er waarschijnlijk nog meer bevatten.

Er kunnen echter veel vraagtekens gezet worden bij de DSM. Het is zeer slecht wetenschappelijk onderbouwd. De meeste diagnoses zijn uitgewerkt op basis van giswerk, hoop, vooroordelen en voorkeur van de ontwikkelaars van het boek. Tel hierbij op het feit dat verreweg het grootste deel van de schrijvers financi�le banden heeft met de farmaceutische industrie en het mag duidelijk worden hoe eenzijdig, partijdig en onwetenschappelijk de DSM is.

Ook is er stijgende kritiek op de behandelmethode met behulp van de DSM. Door vragen te stellen is de psychiater met behulp van het boek in staat de stoornis te determineren. Echter, in plaats van de pati�nt als persoon proberen te begrijpen, wordt er een label op geplakt aan de hand waarvan medicatie kan worden voorgeschreven.

De psychiatrie krijgt veel steun vanuit de farmaceutische industrie. Van alle specialisaties in de medische wereld wordt de psychiatrie het meest gesponsord door medicijn producenten. Niet alleen verzinnen onderzoekers steeds meer stoornissen die met medicatie behandeld kunnen worden, veel medicatie heeft extra medicatie nodig om de bijwerkingen te onderdrukken. De farmaceutische industrie verdient heel veel aan psychiatrie.

Ondanks de duidelijke kritiek op de psychiatrie, is het moeilijk hier iets aan te doen. De lobby van de farmaceutische industrie is zeer machtig, dus de psychiatrie heeft een machtige bondgenoot. Bovendien is er ook op maatschappelijk niveau een algemene instelling die de psychiatrie in de kaart speelt. Er is een tendens in de cultuur dat mensen meer vertrouwen op een pil dan op een ander soort behandeling.

Toch is het verstandig om bij de huidige vorm van psychiatrie grote vraagtekens te zetten, aangezien het zeer waarschijnlijk is dat in ieder geval een deel ervan bestaat uit niet veel meer dan illusies.

Bron: NYBooks

[Commentaar van Joost: Het is een gouden eeuw voor wetenschappelijk onderzoek naar het brein. We leren steeds meer, maar weten nog weinig. Tegelijkertijd heeft Neuro-Lingu�stisch Programmeren (NLP) een heel eigen kijk op de werking van het brein. Deze visie is niet wetenschappelijk, maar wel effectief in de praktijk. Steeds meer worden onderdelen bevestigt door neurowetenschappers zoals bijvoorbeeld tijdslijnen, de plasticiteit van het brein en de werking van hypnose. Om meer inzicht te geven in de originele idee�n van NLP over het brein heb ik het relevante deel uit mijn standaardwerk over NLP �Breintraining: handboek voor moderne NLP� in het onderstaande gratis rapport gevat dat je op kan vragen wanneer je dat wilt.]



Categories: Breinnieuws

No comments

The author does not allow comments to this entry