In hoeverre zijn de cognitieve verschillen tussen mannen en vrouwen bepaald door de genen?

Zonder twijfel zijn de hersenen van mannen en vrouwen verschillend. Gemiddeld genomen zijn bijvoorbeeld mannen beter in de exacte wetenschappen en zijn vrouwen socialer ingesteld. Maar kan je hiermee stellen dat vrouwenbreinen 'niet goed zijn in exacte wetenschappen' en dat mannenbreinen 'weinig van sociale interactie begrijpen'?

Binnen onze cultuur wordt aangenomen dat er bepaalde verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen. Jongens spelen met auto’s en willen voetballen. Meisjes spelen met poppen en kunnen zich beter inleven in andere kinderen. Maar kan het niet zo zijn dat kinderen deze verschillen laten zien, omdat ze hier (onbewust?) in gestuurd worden door ouders, scholen en de gemeenschap in het algemeen? Met andere woorden, worden deze verschillen niet eerder door onze cultuur veroorzaakt?

In de meeste wetenschappelijke literatuur wordt de oorzaak van de verschillen gezocht in verschillen in anatomie – een ander lichaam behoeft een andere aansturing vanuit de hersenen, tenslotte. Het ligt daarom voor de hand om aan te nemen dat de anatomische verschillen ook verschillen in cognitieve vaardigheden en capaciteiten met zich mee brengen.

Het grootste deel van het neurologisch onderzoek wijst op een genetische oorzaak voor de cognitieve verschillen tussen mannen en vrouwen, maar er zijn hier meerdere kantekeningen bij te zetten. Zo worden tijdens de onderzoeken culturele invloeden die in de opvoeding naar voren komen doorgaans genegeerd. Tevens wordt het onderzoeksveld erg gedomineerd door mannelijke onderzoekers, wat ook invloed kan hebben op de resultaten. Ten slotte wordt in dit soort onderzoeken gewerkt met kleine groepen mensen, wat de resultaten minder betrouwbaar maakt, en zijn de verschillen die gevonden worden over het algemeen klein.

Het is bekend dat het brein deels wordt gevormd door genetica, maar ook door invloeden van buitenaf en door ervaring. Cognitieve verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan, maar kunnen niet zomaar worden toegeschreven aan genetische verschillen. Ook in de cultuur vastgeroeste rolpatronen hebben invloed op de vorming van het brein. Het feit dat er meer mannen exacte wetenschappen uitoefenen wil niet automatisch zeggen dat de breinen van vrouwen exacte wetenschappen niet begrijpen. Wanneer vrouwen vanaf hun geboorte wordt aangepraat dat ze niet geschikt zijn voor exacte wetenschappen, gaan ze dat vanzelf geloven. Hetzelfde geldt voor het mannenbrein.

Het is van groot belang dat hiermee rekening wordt gehouden in onderzoek naar de oorzaak van deze verschillen, en dat dit onderzoek met grote zorg wordt uitgevoerd en gepubliceerd. De resultaten van deze onderzoeken hebben namelijk op hun beurt weer invloed op onze cultuur.

Bron: Plosbiology

[Commentaar van Joost: Het is een gouden eeuw voor wetenschappelijk onderzoek naar het brein. We leren steeds meer, maar weten nog weinig. Tegelijkertijd heeft Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) een heel eigen kijk op de werking van het brein. Deze visie is niet wetenschappelijk, maar wel effectief in de praktijk. Steeds meer worden onderdelen bevestigt door neurowetenschappers zoals bijvoorbeeld tijdslijnen, de plasticiteit van het brein en de werking van hypnose. Om meer inzicht te geven in de originele ideeën van NLP over het brein heb ik het relevante deel uit mijn standaardwerk over NLP “Breintraining: handboek voor moderne NLP” in het onderstaande gratis rapport gevat dat je op kan vragen wanneer je dat wilt.




Categories: Breinnieuws

No comments

The author does not allow comments to this entry