Wandelen is goed voor het brein

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat wandelen goed is voor de werking van het brein, waardoor het beter wordt in een aantal cognitieve taken. Onderzoekers vermoeden bovendien dat ook aftakeling door ouderdom wordt tegengegaan.

Verschillende onderzoeken hebben al aangetoond dat lichaamsbeweging goed is voor het brein. Recent onderzoek heeft met behulp van een fMRI scanner aangetoond dat de verbindingen in de netwerken tussen de breinregionen beter zijn bij mensen die regelmatig wandelen. Betere verbindingen betekent niet alleen dat het brein in zijn geheel beter functioneert, maar ook dat het beter is opgewassen tegen ouderdomsverschijnselen en misschien zelfs bepaalde ziekten.

Tijdens het onderzoek concentreerden de wetenschappers zich voornamelijk op de activiteit van netwerken tussen breinregionen. De reden hiervoor is dat bijna geen enkele regio in de hersenen zelfstandig werkt. Bijna alle taken van het brein worden door een samenwerking van hersendelen volbracht. Bij het ouder worden beginnen de verbindingen gebreken te vertonen, waardoor netwerken niet meer optimaal functioneren, waardoor de bekende ouderdomsverschijnselen ontstaan als vergeetachtigheid, moeite met plannen, ‘multitasken’ en dergelijke.

Neurowetenschappers hebben specifieke netwerken in het brein geïdentificeerd. Het functioneren van enkele van deze netwerken (of beter, het vertonen van gebreken in het functioneren) is een goede indicatie voor ouderdomsverschijnselen en in extreme gevallen tevens voor verscheidene ouderdomsziekten als Alzheimer.

Wetenschappers hebben met behulp van een fMRI scanner de breinen onderzocht van 65 volwassenen van 59 tot 80 jaar oud die nauwelijks aan lichaamsbeweging deden. Voor het vergelijkingsmateriaal werden de breinen van 32 jongere volwassenen van 18 tot 35 jaar oud ook onderzocht.

De groep van 65 volwassenen werd in drieën verdeeld, waarbij één groep een jaar lang regelmatig zou gaan wandelen, één groep ging rek- en strekoefeningen volhouden en de rest zou met gewichten oefeningen doen. De deelnemers werden een jaar lang gevolgd. Uit de resultaten van de fMRI scanner bleek dat de verbindingen tussen de hersendelen in de breinen van de wandelaars aanzienlijk waren verbeterd ten opzichte van hun situatie vóór het jaar met lichaamsbeweging. Ook bleek dat de verbindingen tussen de hersendelen in een betere staat waren dan de verbindingen in de breinen van de andere twee groepen die niet waren gaan wandelen. Bij cognitieve testen scoorden de wandelaars beter.

Regelmatig wandelen heeft dus een positief effect op de verbindingen tussen de hersendelen en daarmee op het algehele functioneren van het brein. Aangezien de verbindingen verslechteren tijdens het ouder worden, is het bovendien aannemelijk dat wandelen cognitieve ouderdomsgebreken tegengaat.


Bron: News Illinois

[Commentaar van Joost: Het is een gouden eeuw voor wetenschappelijk onderzoek naar het brein. We leren steeds meer, maar weten nog weinig. Tegelijkertijd heeft Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) een heel eigen kijk op de werking van het brein. Deze visie is niet wetenschappelijk, maar wel effectief in de praktijk. Steeds meer worden onderdelen bevestigt door neurowetenschappers zoals bijvoorbeeld tijdslijnen, de plasticiteit van het brein en de werking van hypnose. Om meer inzicht te geven in de originele ideeën van NLP over het brein heb ik het relevante deel uit mijn standaardwerk over NLP “Breintraining: handboek voor moderne NLP” in het onderstaande gratis rapport gevat dat je op kan vragen wanneer je dat wilt.